Vanaf april 2018 moet alle motorkleding die op de markt komt voorzien zijn van een CE-certificering. Dat garandeert je dat wat je koopt daadwerkelijk veiligheid biedt. Maar waar staan al die letters en cijfers op die CE-labels voor? We vertellen het je.
Er was al eens eerder een norm voor motorkleding, maar die was alleen bedoeld voor motorkleding voor professioneel gebruik. Heel effectief was dat dus niet. De huidige, mede door het Nederlandse Rev’it ontwikkelde EN 17092-norm werkt in elk opzicht beter.
Drie classificaties
Een belangrijk verschil met de oude norm is dat er drie verschillende classificaties zijn: ook in de stad wil je redelijk beschermd kunnen rijden, maar niet per se in een pak dat je de veiligheid biedt die je op een circuit nodig hebt. Comfort en veiligheid gaan tenslotte lang niet altijd goed samen. Toch zijn er uitzonderingen: zelfs sommige motorjeans voldoen aan de hoogste eisen.
Zeg eens A, AA, AAA
Als je een na april 2018 in de winkel verschenen motorjas of -broek koopt, vind je aan de binnenkant een label met een motorrijder, de letters A, AA of AAA en de hierboven genoemde norm.
> Motorkleding met een enkele A is in principe bedoeld voor stadsgebruik. Als je met 45 km/u onderuitgaat, moet het materiaal je minimaal één seconde beschermen tegen doorslijten. Na die ene seconde mag er een gat van maximaal 5 mm ontstaan zijn.
> Als er AA op het label staat, biedt het kledingstuk je minimaal twee seconden bescherming bij 70 km/u.
> De hoogste klasse, AAA, is aanzienlijk slijtvaster: het materiaal beschermt je huid minimaal vier seconden als je met 110 km/u over straat glijdt.
Praktijk
Dat kun je allemaal voor kennisgeving aannemen, maar het is beter om die informatie ook naar de praktijk te vertalen. Maak je een snelwegschuiver met een klasse A-doorwaaipak, dan kan je de fabrikant dus niet aansprakelijk stellen als het materiaal doorslijt. Net zo belangrijk: de hierboven genoemde tijden en snelheden gelden voor een schuiver op een relatief glad wegoppervlak. Bij een ruwer oppervlak kan het materiaal eerder de geest geven.
Protectie verplicht
Alle AA en AAA-kleding is verplicht voorzien van CE-gelabelde protectoren op minimaal schouders, ellebogen, knieën en heupen. Voor broeken met een A-label is heupprotectie niet verplicht. Goed om te weten: kledingstukken worden altijd gelabeld op de laagste eis waar ze aan voldoen. Zo krijgt een broek met AA-specificaties een A-label als er geen heupprotectoren in zitten.
B, CO en CU
Naast de drie bovengenoemde klassen is er motorkleding met een B of de afkorting CO of CU op het label. Kleding met een B voldoet aan dezelfde eisen als kleding met een A, maar heeft geen protectoren. Je combineert die kleding bijvoorbeeld met CO of CU ‘kleding’. Dat zijn een of meer met elkaar verbonden protectoren die je over (CO) of onder (CU) je kleding draagt.
Schuren en meer
Weerstand tegen doorschuren is lang niet het enige waar motorkleding op getest wordt. Als je onderuit gaat, worden ook de sterkte van de naden en de scheursterkte op de proef gesteld. Motorkleding wordt dus ook op die punten getest. Men meet de kracht die nodig is om belangrijke naden open te trekken en hoe snel een iets ingescheurd stuk van de stof onder belasting verder openscheurt. Daarnaast krijgt alle kleding vijf wasbeurten in een speciale wasmachine. Daarbij wordt gekeken of de protectoren op hun plek blijven, in hoeverre er krimp optreedt en of de pasvorm behouden blijft.
Zones
Sommige delen van je lichaam zijn bij een val letselgevoeliger dan andere. Daarom worden er bij het testen drie zones onderscheiden. De plekken met de grootste kans op letsel vallen onder zone 1, die met de kleinste kans onder zone 3. Als je je dan realiseert dat de plekken waar dik materiaal in de weg zou zitten (je knieholtes, bijvoorbeeld) onder zone 3 vallen, zou je haast zeker weten dat we voorbestemd zijn om motor te rijden.
Andere zone, andere eis
De eisen die aan slijtvastheid, naadsterkte, en scheursterkte gesteld worden, verschillen dus zowel per classificatie (A, AA, AAA) als per zone. De tabel hieronder laat dat zien voor de scheursterkte. Voor alle duidelijkheid: als een motorjas, -broek of -pak een AAA-classificatie heeft, geldt dat natuurlijk voor alle zones van dat kledingstuk. Komt één zone op AA uit, dan wordt het een AA-label.
PROTECTOREN
Ook alle nieuwe protectoren van na april 2018 hebben een CE-markering (EN 1621). Protectoren worden getest op de hoeveelheid energie die ze bij impact doorgeven. Bij het minimaal vereiste niveau krijgen ze een Level 1 aanduiding. Denk bijvoorbeeld aan de dunne, flexibele protectoren die je vaak in motorjeans en andere urban kleding tegenkomt. Een Level 2-protector vangt meer energie op en biedt dus betere bescherming, maar je voelt zulke protectoren meestal wel duidelijker zitten. Alweer: meer veiligheid betekent vaak wat minder comfort.
Waar?
De gewrichtsprotectoren voor schouders (S), ellebogen (E), heupen (H) en knieën (K) zijn vaak op meerdere plaatsen te gebruiken. Dat wordt dan met twee of meer dan die letters aangegeven. De letter L staat lower leg: een onderbeenprotector dus. Het verschil tussen Type A- en Type B-protectoren is alleen een kwestie van maatvoering. Een Type A is wat kleiner en dus beter geschikt voor kleinere kledingmaten.
Rug en borst
Op rugprotectoren zie je of ze je hele rug beschermen (FB, full back), alleen het midden (CB, centre back) of alleen je onderrug (LB, lower back). Bij borstprotectoren kom je de lettercodes C en DC tegen. De C staat voor een protector uit één stuk. Een DC-protector bestaat uit twee delen. Ook rug- en borstprotectoren zijn er in verschillende maten. Het maatbereik van de protector wordt aangegeven in centimeters. Daarbij gaat het om de afstand tussen taille en schouder van de drager, zoals je hier direct onder ziet.
Temperatuur
Fabrikanten kunnen hun protectoren een impacttest bij hogere en lagere temperaturen laten ondergaan. Een protector met een T+ en een T- levert de vereiste prestaties ook bij temperaturen tot 40° en -10° C.
Standaards
De verschillende soorten protectoren hebben allemaal hun eigen referentiestandaard, net als handschoenen en schoeisel.
> EN 1621-1:2021 voor gewrichtsprotectoren (S, E, H, K)
> EN 1621-2: 2013 voor rugprotectoren
> EN 1621-3: 2018 voor borstprotectoren
> EN 13594: 2015 voor handschoenen
> EN 123634: 2017 voor laarzen en schoenen
HANDSCHOENEN
Handschoenen worden net als kleding getest op onder meer slijtvastheid, naad- en scheursterkte. Ook mogen ze bij een val niet van de hand afgetrokken worden. Bij Level 1 handschoenen is knokkelprotectie (KP) een optie. Voor het hogere Level 2 is die protectie verplicht. Die moet dan meer energie kunnen absorberen dan de optionele protectoren van een Level 1 handschoen. Ook naar de schachtlengte wordt gekeken. Handschoenen met een korte schacht krijgen hooguit Level 1.
LAARZEN EN SCHOENEN
Schoeisel krijgt een aparte Level 1 of 2 voor de hoogte van schacht, de slijtweerstand, de snijweerstand en de transversale stijfheid. Staat er 2, 2, 2, 2 op je label, dan heb je een laars die in alle opzichten aan dat hoogste level voldoet. De schachthoogte is een kwestie van kijken: hoog is 2, laag is 1. De test op transversale stijfheid bootst de situatie na waarin je onderuit gaat en je voet onder je motor terecht komt.
Slijtvastheid
Bij de test worden laarzen en schoenen in twee zones verdeeld. Zone B zijn de delen die bij een schuiver het zwaarst belast worden: de zijkanten, dus. Zone A omvat zool, voor- en achterkant. Voor level 1 moet een materiaalsample van zone A slechts 1,5 seconde bestand zijn tegen doorslijten, voor zone B vijf seconden. Voor Level 2 is dat respectievelijk vijf en twaalf seconden. Fikse verschillen dus.
Tegels met zeep
Laarzen kunnen op nog meer punten getest worden. Als die tests met goed gevolg doorlopen zijn, vermeldt het label de volgende afkortingen:
IPA: impactbescherming enkels (Impact Protection Ankles)
IPS: idem voor je schenen
WR: waterbestendigheid
FO: benzine-/oliebestendigheid van de zool
SRA: slipvastheid op tegelvloer met zeepoplossing
SRB: slipvastheid op staal met glycerol
SRC: slipvastheid op zones A én B
WAD: vochtverwerking binnenzool en voering
B: ademend vermogen
ONE, TWO, TEST
Een CE-label krijg je niet zomaar. Elk kledingstuk moet aangeboden worden bij een daartoe aangewezen onafhankelijke keuringsinstantie, compleet met uitgebreide tekeningen, materiaalspecificaties, onderhoudsvoorschriften en kwaliteitswaarborgen. Los van de prijs van al dat voorwerk kost het testen van een motorjas of -broek al vlot een duizendje of tien.
ECHT OF FAKE?
Online lees je overal dat een CE-label een garantie op kwaliteit biedt. In essentie is dat waar, natuurlijk, maar op een Chinese Akrapovic-uitlaat van vijf tientjes zit wel ‘hetzelfde’ CE-keurmerk als op een echte Akra van achthonderd euro. Wil je van de echtheid van het label op aan kunnen, dan koop je je spullen niet bij schimmige sites of wazige winkels voor veel te lage prijzen. Doe je dat wel, dan kun je vermoedelijk net zo goed je korte broek aantrekken.
Twijfel
Bij alle motorkleding, protectoren, handschoenen en schoeisel van na april 2018 krijg je een boekje met onder meer uitleg over de betreffende CE-categorie en was- en onderhoudsvoorschriften. Je vindt hier ook de site waar je de zogenaamde conformiteitsverklaring (Declaration of Conformity, DoC) kunt opvragen. Dat doet natuurlijk bijna niemand, maar het is de enige manier om te controleren of het product z’n CE-label ook daadwerkelijk verdiend heeft. Goede kleding is niet makkelijk na te maken, wat je meestal pas bij een crash ontdekt. Een label namaken is een fluitje van een cent. Slottip: kleding met teksten als CE Certificate of CE Compliance Assessment moet je laten liggen, net als producten met het Chinese ‘Chinese Export’ label: dezelfde twee letters, hetzelfde lettertype, maar iets verder uit elkaar geplaatst.
Goed om te weten
> Op labels in kleding van net voor de invoering van de huidige norm kun je de norm prEN 17092 tegenkomen. Bij deze voorlopige (preliminary) norm werden dezelfde eisen gesteld.
> Een ouder label met alleen de letters ‘CE’ vertelt je dat het product voldoet aan algemene Europese eisen (geen schadelijke stoffen, geen kinderarbeid, etc). Het zegt niets over naadsterkte, slijtvastheid en andere kwaliteitseigenschappen.
> Heb je een kledingstuk met een sterretje achter de A’s? Marketingtrucje. Telt voor de officiële certificering niet mee.
> In AAA-kleding verwacht je mogelijk level 2-protectoren, maar weet dat dit niet verplicht is. Aan zo’n verplichting wordt wel gewerkt.