Wat doe je als er olie op de weg ligt? Je belt de politie. En hoe gaat het dan verder? We vertellen het je aan de hand van een praktijkgeval.
Het is eind april 2021. Voor een essentiële verplaatsing – maar wel langs fijne bochten - rijden we vanuit Westzaan over de N246 richting Beverwijk (NH). Op de rotonde bij de Buitenhuizerpont stuiten we op een weginspecteur, die ons gebaart dat we kalm aan moeten doen. “Olie op de weg,” roept hij ons in het voorbijgaan toe. Weginspecteur op de motor Adri Strobbe, geïnterviewd in MAGazine 164, is ook ter plaatse. We zijn van harte welkom om even mee te kijken.
Motor onderuit
Op het oliespoor, achtergelaten door een vrachtwagen die vanuit Zaandam richting Beverwijk reed, is vlak daarvoor een motorrijder onderuit gegaan. De witte krassen in het asfalt geven precies aan waar de motor het wegdek raakte. De motorrijder doet wat hij doen moet: hij belt de politie op het algemene nummer, 0900-8844. Wat gebeurt er vanaf dat moment? “De politie stuurt een auto naar de doorgegeven locatie,” vertelt Adri Strobbe later aan de telefoon. “Die is meestal binnen een kwartier ter plaatse, bij een ongeval zonder zwaargewonde weggebruikers.”
Weginspecteur
De politie neemt de situatie op, kijkt of er niet alsnog een ambulance moet komen en stelt vast wat er moet gebeuren. In dit geval was dat duidelijk. Het oliespoor was nog glad en het wegdek moest dus gereinigd worden. “De politie belt dan de meldkamer van Rijkswaterstaat. De verkeersleiders die daar zitten, mensen die vaak eerder als weginspecteur werkten, kijken onder welke wegbeheerder de weg valt. Dit is een provinciale weg, dus kijken ze op hun schermen welke weginspecteur van de provincie Noord-Holland er het dichtst in de buurt is. Dat was ik, dit keer.”
Reiniging noodzakelijk
Strobbe ontvangt de melding om 11:11 uur, ongeveer een half uur nadat de gevallen motorrijder de politie belde. Even later is hij op de rotonde. “Ik neem de zaak dan over van de politie, want die blijft natuurlijk even ter plaatse om te voorkomen dat er nog meer motorrijders onderuitgaan.” Om te beginnen kijkt de inspecteur hoe glad het spoor nog is. “Dieselolie is heel glad, maar het vervliegt ook heel snel. Dan hoeft de weg dus niet gereinigd te worden.” Hier ligt andere olie.
Botsbuffer
“Op dat moment vraag ik om assistentie van een weginspecteur-auto. Die is bij incidenten nodig als botsbuffer, en met het digitale route-informatiepaneel (DRIP; red.) kunnen we aankomend verkeer laten weten wat er aan de hand is.” De auto wordt zo neergezet dat het verkeer vanuit Zaandam leest dat er olie op de weg ligt, terwijl de chauffeur motorrijders vanuit Westzaan waarschuwt, zoals hij dat ook met ons deed.
Twee rondjes
Inmiddels heeft Strobbe al de calamiteitenaannemer voor dit deel van Noord-Holland gebeld. Pakweg anderhalf uur na het ongeval arriveert de wagen van milieu- en incidentmanagent Wilchem. De mannen nemen de situatie op. Reiniging is nog steeds noodzakelijk. Terwijl Strobbe en zijn collega het verkeer regelen, rijdt de reinigingswagen over het oliespoor. Eén rondje lijkt voldoende, maar voor de zekerheid volgt er nog een tweede. Binnen twee uur na het ongeval is de weg weer schoon.
Afwasborstels
Voor een toelichting op het reinigingsproces rijden we de volgende dag nog even bij de Zaanse vestiging van de firma Wilchem langs. “Vlak voor de voorwielen van de reinigingswagen wordt onder hoge druk Ecoclean op het asfalt gespoten. Dat is een door onszelf ontwikkeld reinigingsmiddel,” vertelt operationeel medewerker Edwin Feunekes. “De borstels midden onder de wagen werken bij een oliespoor als afwasborstels. Ze laten die Ecoclean goed inwerken.” Vlak achter de achterwielen van de multifunctionele reinigingswagen zit een zuigmond, over de hele breedte van de wagen. Daar wordt met hoge druk water onder gespoten. De zuigmond zuigt dat water samen met de losgemaakte olie op. Schoon!